"ADHD zei de mensen nog niets toen ik klein was"
-"Als klein jochie zat ik al voortdurend met mijn vingers overal op te trommelen. Dat ging bij mij gewoon vanzelf; net zoals je automatisch met een voet kan schommelen wanneer je je benen over elkaar geslagen hebt".
"Hij is heel nerveus", werd er dan telkens over mij gezegd. Daar heb ik me nooit iets van aangetrokken of last van gehad. Tegenwoordig zouden ze het misschien ADHD hebben genoemd. Maar dat begrip zei de mensen nog niets toen ik klein was".
"Op mijn 7de werd ik lid van de drumband van de schutterij bij ons in Ell en kreeg ik mijn eerste marstrommeltje. Zonder dat iemand daar last van had kon ik daar thuis, bij ons op de boerderij, net zoveel op oefenen als ik wilde".
-

-
"Dat trommeltje was het voor mij helemaal. Op weg van huis naar de trommelles, sloeg ik er vrolijk op los en marcheerde ik mooi in de maat".
"Op mijn 14de ging ik naar de muziekschool in Thorn. In die tijd begon ik ook mijn eerste slagwerkcomposities te maken. Dat heb ik mezelf aangeleerd, eerst op papier en later op mijn computer, en daar werd ik al snel handig in".
-
"...onderwijskundige vraagstukken..."
-"Na mijn middelbare school heb ik overwogen om naar het conservatorium te gaan. Ik heb toen echter gekozen voor de pedagogische academie. Daarna ben ik enkele jaren leraar en directielid van een basisschool geweest".
"Tegenwoordig werk ik overdag bij een onderwijsorganisatie in Heerlen. Die verleent service aan zo'n 60 basisscholen. Ik hou me daar bezig met onderwijskundige vraagstukken".
"Maar los van die carrière bleef ik aanvankelijk als slagwerker actief bij heel wat fanfares en speelde ik ook nog een paar jaar als drummer in een popband".
-
"het componeren en dirigeren trok me steeds meer..."
-"Inmiddels voel ik me zelf geen muzikant meer. Hoewel ik nog wel eens graag op een djembé of drumstel wil spelen, is mijn tijd daarvoor toch té beperkt".
"Want het componeren en dirigeren trok me steeds meer. In de loop van de jaren '80 heb ik alle examens voor het instructeursdiploma voor slagwerk-ensembles gehaald en sinds begin jaren '90 mag ik mij ook officieel assistent-dirigent hafabra noemen".
-
-
"En in 1992 ben ik samen met 3 anderen een uitgeverij gestart. Dat is nu uitgegroeid tot uitgeverij Dutch Music Partners. We brengen een breed scala van composities en -arrangementen, voor met name drumbands en slagwerkensembles. In Nederland zijn we de grootste uitgever op dat gebied. Onze composities worden wereldwijd gespeeld".
"In 1993 nodigde het WMC in Kerkrade me uit om het verplichte werk voor de concertwedstrijden van de grote slagwerkensembles te schrijven. Dat vond ik nou echt een uitdaging. Tegenwoordig componeer ik alleen nog maar in opdracht".
-
-
"Ik heb het heel druk. Als je op volle toeren draait, weet iedereen je nu eenmaal te vinden. Ik heb veel gejureerd en de nodige clinicis en workshops gegeven. Ook heb ik jarenlang 3 drumbands geleid, in Achel, Roggel en Weert".
"Met de slagwerkers van Sint Joseph uit Weert heb ik hele mooie dingen mogen doen. Zo hebben we daar bijvoorbeeld samengewerkt met de blazers van het New Cool Collective uit Amsterdam, maar hebben we ook een nieuw arrangement voor een prachtstuk van de Amerikaanse jazzgitaris Pat Metheny op de kaart gezet".
-
"...teveel van het goede..."
-"Dat was alles bij mekaar heel boeiend en aardig, maar dat moest allemaal in mijn vrije tijd en daar betaal je wel een prijs voor. Naar mijn vrouw en 3 kinderen toe werd het wat teveel van het goede. Dus ben ik er in Roggel en Weert mee gestopt en heb ik me verder alleen nog maar op de uitgeverij en Kempenbloei Achel geconcentreerd".
"Mensen die als slagwerker aan conservatoria afstuderen beginnen bij voorkeur een slagwerk-ensemble van professionals onder elkaar. In die kringen wordt nogal eens laatdunkend neergekeken op de wereld van de drumbands met al zijn amateurs. Maar hier in Achel werk ik met mensen die diep van binnenuit gemotiveerd zijn om muziek te maken. Dat raakt bij mij vooral de gevoelige snaar".
-

-
"In Achel meten we onze inzet aan de hoge kwaliteiten van het bestuur en van de fanfare. Zelf sta ik nu al 22 jaar voor de slagwerkgroep van Kempenbloei. Maar Jean Pellens heeft er als voorzitter van de vereniging nog langer opzitten. Die duurzame loyaliteit is op zich al een zeldzaamheid. Dat zegt al meer dan genoeg. En zolang ik het gevoel heb dat de chemie er nog is, blijf ik hier graag aan de slag".
"Bovendien heeft het bestuur van Kempenbloei zich altijd vierkant achter de drumband geschaard. Toen het WMC de inschrijving opende voor podiumoptredens van slagwerkensembles en wij daarvoor opgingen, stelde ik bijvoorbeeld de aanschaf van een grote marimba voor. Dat werd zonder slag of stoot goedgekeurd. Dan moet je wel weten: voor hetzelfde bedrag kun je een behoorlijke auto uit de middenklasse kopen".
-
"de vlag dekt de lading niet meer"
-"Officieel staan we nog altijd te boek als een drumband. Maar die vlag dekt de lading eigenlijk allang niet meer".
"Het fenomeen van de drumband is ooit uit de militaire wereld ontstaan en had als doel om het marcheren te ondersteunen. Een drumband en strakke discipline horen van oudsher bij elkaar. Zelf heb ik mijn militaire dienst met veel plezier bij de genie-kapel in Vught doorgebracht".
"Maar jonge mensen zien dat marcheren steeds minder zitten en vinden ook de klankkleur daarvan bij voorbaat nogal monotoon. Met Kempenbloei gaan we echter niet om de marsritmes heen. Juist de afwisselende mix binnen ons repertoire zet ik als een uitdaging neer".
"Wat het aantal instrumenten betreft is Kempenbloei uitgegroeid tot een uitzonderlijk slagwerk- en percussie-ensemble dat zich steeds meer toelegt op de concertzaal".
-
-
"We werken in concertwerken soms nog maar met 3 trommels. Daarnaast beschikken we over een groot assortiment aan slagwerk- en percussie-instrumenten, zoals bijv. pauken, een klokkenspel, een xylofoon, een vibrafoon, marimba's, bongo's, conga's, surdo's, bass drums, toms, heel veel kleine hand-percusie-instrumenten, een steeldrum, djembé's en ga zo maar door".
"We hebben zelfs een stuk met didgeridoo's gedaan. Daar hebben we nog speciale blaastechnieken voor moeten leren. En vergis je niet: het bespelen van alle slagwerkinstrumenten vraagt om een eigen techniek".
-
-
"Binnen een fanfare gaat een muzikant, behalve op de momenten dat ie soleert, helemaal op in het grotere geheel en daar kan ie zich af en toe wel eens even achter verschuilen. Binnen een slagwerkgroep is dat onmogelijk, want fungeert iedere muzikant aan één stuk door in feite als solist".
"Dat maakt ons wel kwetsbaar. Als er iemand door ziekte uitvalt, kunnen we dat niet zelf opvangen, maar zijn we aangewezen op invallers van buitenaf. Maar gelukkig kunnen we in geval van nood altijd terugvallen op een bestand van bekwame slagwerkers".
"Wat samenstelling betreft zijn we nogal heterogeen. Naast een grote groep uitstekend opgeleide jongeren speelt bij ons een aantal oudere leden waarvan er enkele geen noot kunnen lezen. Die moeten het helemaal hebben van hun muzikale geheugen. Dat is bij hen dan ook uitzonderlijk sterk ontwikkeld".
-
-
"Aanvankelijk moest ik me nog in allerlei bochten wringen om onze oudere garde bepaalde passages uit te leggen. Dan zei ik bijvoorbeel ritmisch 'appelen en perziken' en dan snapten ze hoe ik het wilde hebben. Wanneer we tegenwoordig een lastig stuk 1 of 2 keer goed voorspelen, pakken de oudere slagwerkers de muzikale draad echter steeds sneller op".
"Maar voor de leden van de oude garde zijn de moderne slagwerkcomposities toch extra moeilijk. Ik zou hen echter voor geen geld willen missen. Want hun betekenis reikt verder dan het muzikale. Zij zijn in sociaal opzicht van vitaal belang omdat ze sterk bijdragen tot de onderlinge samenhang: wanneer ze dat nodig vinden, spreken ze de jongeren namelijk zonder aarzeling aan op hun gedrag of uniformering".
-
-
"Daar ben ik zelf niet zo goed in. Dus ben ik blij dat die oudere, wijzere mannen dat van mij overnemen".
"Toen ik 20 jaar aan Kempenbloei verbonden was, kwamen de slagwerkers door mijn straat aangemarcheerd. Ze haalden me op om feest te vieren met mij en mijn gezin. Daar kreeg ik de compositie 'Contemporary Past' van Vincent Cox ten geschenke. Dat is een van de allerbeste slagwerkcomponisten. Hij is ook Limburger en zo'n beetje op dezelfde manier opgegroeid als ik en geeft slagwerkles aan het conservatorium in Amsterdam".
"Dit werk prijkt nu op 4 december a.s. trots op ons repertoire voor de nationale slagwerkkampioenschappen van België. Samen met 'Wake-up Momo!' van de Argentijn Carlo Passeggi. Hem leerde ik virtueel kennen via mijn uitgeverij. Van zijn uitzonderlijke werk is er nog maar weinig beschikbaar. Het bestuur van Kempenbloei stemde erin toe dat hij het in opdracht speciaal voor ons componeerde. Dat kwam ook Passeggi heel goed uit want met het ereloon kon hij in eigen land weer 2 maanden vooruit".
-
-
"Op de hoogste niveaus in de slagwerkwereld, bijvoorbeeld op het WMC, wordt scherp geconcurreerd. Er vindt in sommige gevallen concurrentievervalsing plaats. Het komt voor dat ensembles op concours aantreden met verschillende professionele slagwerkers, die uitsluitend voor de gelegenheid wordt ingehuurd. Tijdens de wedstrijd spelen ze dan stukken die ze daarna met geen mogelijkheid meer ten gehore kunnen brengen met hun eigen, vaste bezetting".
"Op het provinciale kampioenschap in Maaseik eindigden we met een gemiddelde van 90,8 als de beste, met lof der jury. Na afloop begreep ik dat een van de juryleden ons zelfs 95 punten had gegeven. Dan denk ik: er is er tenminste één die echt begrijpt waar we mee bezig zijn. Tijdens een concours in het Duitse Alsfeld hebben we overigens al eens de volle 100 punten gehaald".
-
"de lage landen geven internationaal de toon aan..."
- "Ik schat dat er alleen al in Nederland en België in totaal toch al gauw honderden drumbands bestaan. Die hebben de laatste decennia een stevige kwaliteitssprong gemaakt. Dat is terug te voeren op het niveau van de instructeurs. Dat is in de loop der tijd sterk gestegen. Wat muzikale kwaliteit betreft geven onze lage landen op dit moment mede duidelijk de toon aan in het internationale slagwerkgebeuren".
"Een vergelijking met de slagwerkensembles van de high schools uit Amerika is lastig te maken. Die zijn veel kleiner van omvang en hebben een hele andere ontstaansgeschiedenis".
"Des te spijtiger blijft wel, dat het aantal Belgische drumbands aan de top nog slechts op één hand is te tellen. De Belgische drumbandwereld lijkt helaas gevangen in een neerwaartse spiraal: minder goeie instructeurs, dus minder goeie opleiding en dus minder goeie leerlingen. Gelukkig zit de instructeursopleiding nu weer in de lift en heb ik in de afgelopen jaren 7 nieuwe instructeurs in België mogen opleiden".
-
"...50% kans om te winnen..."
-"Des te uitdagender is dat we met Kempenbloei op het nationale kampioenschap van Belgie op 4 december a.s. in het Lemmensinstuut Leuven in het krijt treden tegen het slagwerkensemble WIK uit Zemst-Laar. Zij staan te boek als wereldkampioen. Het zal erom spannen, want we zijn aan elkaar gewaagd. Ik geef onszelf 50% kans om te winnen. Daar gaan we in elk geval voor".
"Eén keer per jaar nemen we met z'n allen door welke kant we muzikaal op gaan. Ik zou onze ritmes graag nog eens willen toevoegen aan de klankleur van bijvoorbeeld een goed (jongeren)koor. Er zijn diverse stukken voor zo'n ‘cross-over’ beschikbaar. Omdat we over een ruim arsenaal aan melodisch slagwerk beschikken, kunnen we onze klankkleur kneden en een sfeer neerzetten die een groeiend publiek aanspreekt. En daar draait het uiteindelijk allemaal om".
-
-
"Slagwerk zit de laatste decennia stevig in de lift. Daarbij geldt het motto: hoe meer entertainment, des te meer belangstelling van de massamedia en dus ook des te meer volk. Op eigen festivals trekken we relatief veel publiek. Door veel aandacht gegeven aan het entertainmentgehalte hebben o.a. de Blue Man Group en Stomp internationaal de grenzen op dat vlak fors verlegd".
-
"...heupen en haren..."
-"In Nederland heeft Slagerij van Kampen zichzelf aardig aan de man weten te brengen. En ook ik zie het natuurlijk graag wanneer de dames van Kampen weer eens uitbundig met hun heupen en haren staan te zwaaien. Maar na 4 nummers hou ik het wel voor gezien. Want dan begint het me muzikaal toch echt te vervelen".
"Wat dat entertainen betreft zijn we bij Kempenbloei aan grenzen gebonden. Door hun steeds betere opleiding zijn onze jongere leden technisch uiterst bekwaam. Muzikaal gezien steken we Slagerij van Kampen met gemak in onze zak".
-
"Maar met name onze goed opgeleide jongern zijn tegelijkertijd tot op heden nog zo sterk gericht op het spelen vanaf hun partituur, dat het voorlopig nog teveel van ze is gevraagd om zich los te maken van de bladmuziek, alles uit hun hoofd te gaan spelen om zich dan ook nog eens vrijelijk en naar hartelust te gaan staan bewegen".
-
-
"Het entertainen komt voor Kempenbloei vooralsnog dus duidelijk op de tweede plaats. En ook ik zal er altijd eerst en vooral naar blijven streven om met z'n allen steeds betere muziek te gaan maken".
"Ook daar zit natuurlijk een maximum aan. In het streven om naar een hoger niveau te komen zie ik op andere plaatsen wel eens dat muzikanten ijskoud op non-actief worden gezet. Zo 'ehrgeizig' ben ik echter niet".
"Maar de actuele ontwikkelingen in het slagwerkgebeuren roepen wel de nodige vragen op rond onze identiteit en de weg die we het best kunnen inslaan. Dus wie weet: misschien dient onze drumband zich vroeg of laat nog eens bij een breed publiek aan als De Slagerij van Kempenbloei".
-
-© 3 november 2010, rob kuil, vofpzb
-
Geen opmerkingen:
Een reactie posten